behoeftig
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·hoef·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | behoeftig | behoeftiger | behoeftigst |
verbogen | behoeftige | behoeftigere | behoeftigste |
partitief | behoeftigs | behoeftigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
behoeftig
- aangewezen zijn op met name financiële hulp van anderen
- ▸ Met de begroting in de hand als onderpand wil de Europese Commissie, tegen gunstige rente, geld lenen op de kapitaalmarkten voor een wederopbouwfonds. Geld dat vervolgens door behoeftige lidstaten in Brussel kan worden geleend of verkregen.[1]
- ▸ Op de schutterij in de wijk was volop gelegenheid om te netwerken wat voordelig kon zijn voor het werk buiten de schutterij. Ook was er vaak een 'armenkas' om behoeftige en zieke leden te ondersteunen.[2]
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord behoeftig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "behoeftig" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Bert van Slooten
“EU-voorstel: grote bedrijven moeten meebetalen aan herstel coronacrisis” (27-05-2020), NOS
- ↑
Weblink bron STEF GERAETS “12.000 schutters bijeen in Neer, maar wat zijn schutters eigenlijk?” (18-08-2018), NOS
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be