behoedzaam
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: behoedzaam (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·hoed·zaam
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | behoedzaam | behoedzamer | behoedzaamst |
verbogen | behoedzame | behoedzamere | behoedzaamste |
partitief | behoedzaams | behoedzamers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
behoedzaam
- op zijn of haar hoede om gevaar te voorkomen
- Heel behoedzaam ging de jongen over het ijs.
- ▸ Zijn bewegingen waren behoedzaam en beheerst.[1]
- ▸ En diplomatiek, een facet waarin ze niet uitblonk. Tijdens dit gesprek moest ze goed in kunnen schatten wanneer ze haar schoonmoeder van repliek diende te geven, of juist tegenovergesteld moest reageren. In alle gevallen moest het op behoedzame wijze gebeuren.[1]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
1. op zijn of haar hoede om gevaar te voorkomen
Gangbaarheid
- Het woord behoedzaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "behoedzaam" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 “ (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be