begunstigt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: begunstigt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·gun·stigt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
begunstigen |
begunstigt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van begunstigen
- Jij begunstigt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van begunstigen
- Hij begunstigt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van begunstigen
- Begunstigt!