begrotingsminister
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·gro·tings·mi·nis·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | begrotingsminister | begrotingsministers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de begrotingsminister m
- (politiek) de minister die verantwoordelijk is voor het opstellen en controleren van de naleving van een begroting
- ▸ Franse begrotingsminister weg om fraude[1]
Gangbaarheid
- Het woord begrotingsminister staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Franse begrotingsminister weg om fraude” (Woensdag 20 maart 2013, 06:44), NOS