begreifen
Duits
Uitspraak
- Geluid: begreifen (Oostenrijks) (hulp, bestand)
- IPA: /bəˈɡʀaɪ̯fn̩/
Woordafbreking
- be·grei·fen
Werkwoord
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
begreifen |
begriff |
begriffen |
Klasse 1 sterk | volledig |
begreifen