beginselvast
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beginselvast (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈɣɪnsəlˌvɑst / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- be·gin·sel·vast
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beginsel zn en vast bn
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | beginselvast | beginselvaster | (beginselvastst) * |
verbogen | beginselvaste | beginselvastere | (beginselvastste) * |
partitief | beginselvasts | beginselvasters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
beginselvast
- niet van zijn principes afwijkend
- ▸ Hij was niet veroordelend, in deze kwestie was hij niet alleen uit eigen overtuiging beginselvast, hij was ook decennialang opgevoed door zowel Ingeborg als haar beste vriendin en bovendien zijn schoonzus Christa.[1]
Opmerkingen
- Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest beginselvast(e)" worden gebruikt. [2] [3]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord beginselvast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628142
- ↑
Weblink bron
W. Haeseryn e.a.“6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst) - ↑
Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)