beemd

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  beemd    (hulp, bestand)
• IPA: /bemt/

Woordafbreking

• beemd

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘weiland’ voor het eerst aangetroffen in 1208
• Sedert 1208 uit Middelnederlands bekend. Mogelijk ontstaan uit een samenstelling van ban (rechtsgebied) en made (weiland), maar dit is niet zeker.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	beemd	beemden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beemd m

1. strook laaggelegen land ter weerszijden van een rivier of beek die regelmatig overstroomt, wat vaak vruchtbaar weidegebied oplevert. De beemden waren gemeenschappelijke weidegronden in de buurt van o.a. de beek

   • Echte beemden zijn door de bedijking in Nederland zeldzaam. 

Synoniemen

• landouw

Hyperoniemen

• drasland

Gangbaarheid

• Het woord beemd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beemd" herkend door:

55 %	van de Nederlanders;
54 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.