beeldopbouw

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  beeldopbouw    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• beeld·op·bouw

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  beeld zn  en  opbouw zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	beeldopbouw
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beeldopbouw m

1. (figuurlijk) de manier waarop men zich een mening of visie van iets gevormd heeft

   ▸ Bijleveld bestrijdt dat het om spioneren ging. De minister vroeg begrip voor het feit dat defensie gewend is informatie te verzamelen over dreigingen die operaties in gevaar kunnen brengen. Zij noemt dat 'beeldopbouw'. "In dit geval ging het bijvoorbeeld om het 'debunken' van valse informatie over de coronapandemie", zei zij. "Maar het had zo niet gemogen."

Synoniemen

• beeldvorming

Gangbaarheid

• Het woord 'beeldopbouw' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.