beeldbellen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beeld·bel·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

beeldbellen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beeldbellen


onvolledig
  1. telefoneren waarbij men naast een geluidsverbinding ook een beeldverbinding heeft
     Er valt op deze terreinen nog veel winst te halen, geeft Merkus aan. Dat betekent bijvoorbeeld overschakelen op groene stroom, timers op de verlichting zetten en personeel stimuleren de fiets of het openbaar vervoer te pakken. Maar ook artsen vaker een consult via beeldbellen laten doen, zodat patiënten niet naar het ziekenhuis of de kliniek hoeven te rijden voor een gesprek van 5 à 10 minuten. En bij het inkopen van medicijnen kan worden gelet op de duurzame vervaardiging ervan.[1]
     Voor fysiotherapeuten geldt overigens een uitzondering, maar hun wordt wel aangeraden om zo veel mogelijk te beeldbellen met klanten.[2]
     De behandeling is niet gestopt. Kanner: "Dit doen we nu vooral via beeldbellen. Maar dat is toch heel anders dan wanneer je met je behandelaar in een ruimte zit en gesprekken voert met elkaar."[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 11 mei 2023 Weblink bron “'Hardere afspraken zijn nodig om zorgsector groener te maken'” (Woensdag 30 oktober 2019, 07:00), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 mei 2023 Weblink bron “Coronamaatregelen: wat mag wel en niet tot 6 april (en 1 juni)?” (Dinsdag 24 maart 2020, 14:18), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 11 mei 2023 Weblink bron “De telefoon rinkelt amper bij de GGZ. Waar zijn de verslaafden?” (Zaterdag 2 mei 2020, 11:34), NOS