Naar inhoud springen

beekje

Uit WikiWoordenboek
  • beek·je

hetbeekjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord beek
     Na een tijd maakte het pad plotseling een scherpe bocht naar rechts, waar het langs een beekje omlaag liep, totdat het abrupt eindigde bij een open plek.[1]
  1. Safae el Khannoussi
    “Oroppa” (2024), Uitgeverij Pluim op Wikipedia, ISBN 9789493339125