bedwelmend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·dwel·mend

Werkwoord

vervoeging van: bedwelmen
verbogen vorm: bedwelmende

bedwelmend

  1. onvoltooid deelwoord van bedwelmen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen bedwelmend bedwelmender bedwelmendst
verbogen bedwelmende bedwelmendere bedwelmendste
partitief bedwelmends bedwelmenders -

Bijvoeglijk naamwoord

bedwelmend

  1. van iets dat men erdoor in slaap valt
    • De scheermessen zijn behoedzaam gegaard, een paar tellen in de braadpan, zodat ze hun zachte, bedwelmende en in de nasmaak wat zoetige karakter hebben behouden. [1] 
    • Allemaal zouden ze het slachtoffer zijn geworden van bedwelmende drugs en zijn grijpgrage handjes. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen