bedrijfszeker

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·drijfs·ze·ker
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen bedrijfszeker bedrijfszekerder bedrijfszekerst
verbogen bedrijfszekere bedrijfszekerdere bedrijfszekerste
partitief bedrijfszekers bedrijfszekerders -

Bijvoeglijk naamwoord

bedrijfszeker [2]

  1. de mate waarin je erop kunt vertrouwen dat iets naar behoren functioneert; zonder storingen
     De NS laat in een reactie weten dat altijd rekening is gehouden met twee scenario's: terugkeer van de V250 en een alternatief als dat niet zou lukken. Terugkeer van de V250 bleek wel mogelijk, maar niet onder voorwaarden die voor de NS aanvaardbaar waren. Daarnaast vertoonde de trein buitensporig veel fouten. Uiteindelijk vond NS dat de Fyra V250 onvoldoende bedrijfszeker zou blijven.[3]
     De kachels zijn gemaakt van roestvast staal en daardoor mooi genoeg om in het interieur van de boot te plaatsen. Ze verbruiken een kleine hoeveelheid diesel, huisbrandolie of petroleum. En misschien het belangrijkst: ze bevatten geen elektronica en zijn daardoor bedrijfszeker.[4]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. bedrijfszeker op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink geraadpleegd op 29 oktober 2021 Weblink bron
    Arno Leblanc en Hugo van der Parre
    “NS bleef tot einde in Fyra geloven” (12-02-2014), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 29 oktober 2021 Weblink bron “Zet je schoen voor een fraaie bootkachel” (16 nov. 2013), De Telegraaf