bedrijfssluiting

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·drijfs·slui·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bedrijfssluiting bedrijfssluitingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bedrijfssluitingv

  1. het stoppen van de bedrijfsvoering van een bedrijf
     De oorzaak van de piek ligt volgens Zorg van de Zaak deels bij werknemers die nu met een verkoudheid of zieke huisgenoten thuis moeten blijven. In enkele sectoren, zoals de horeca, leidden de maatregelen tot acute bedrijfssluiting. In alle hectiek zijn ook werknemers ziekgemeld die in normale omstandigheden waren blijven werken. Inmiddels ziet Zorg van de Zaak dat het aantal herstelmeldingen de afgelopen dagen uitstijgt boven de ziekmeldingen.[1]
     Het stikstofprobleem houdt Nederland stevig in zijn greep. Woningbouw die vertraging oploopt, maximaal honderd kilometer per uur rijden op de snelweg, en boeren voor wie bedrijfssluiting dreigt. Waar komt die stikstof vandaan, en waar veroorzaakt het de grootste problemen? En hoe doet Nederland het in vergelijking met het buitenland? Een uitleg in grafieken.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2023 Weblink bron “Forse toename in ziekteverzuim” (Maandag 6 april 2020, 16:38), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2023 Weblink bron
    Sjoerd Mouissie
    “Het stikstofprobleem is echt Nederlands, uitgelegd in acht grafieken” (Zondag 10 juli 2022, 06:51), NOS