bedrijfsgeneeskunde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·drijfs·ge·nees·kun·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bedrijfsgeneeskunde
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bedrijfsgeneeskundev

  1. (medisch) medisch specialisme gericht op relatie tussen arbeid en gezondheid
     Veel bedrijfsartsen vinden het lastig om werknemers met long covid goed te adviseren. De Nederlandse Vereniging van Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) zegt tegen onderzoeksplatform Pointer van KRO-NCRV dat de artsen door een gebrek aan wetenschappelijke kennis over langdurige coronaklachten moeilijk kunnen beoordelen welke behandeling kan helpen.[2]
     Het onderzoeksprogramma heeft negentig leden van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) benaderd. Van hen zegt 80 procent dat het ziekteverzuim zou dalen als mensen met minder collega's in een ruimte zitten. Bijna 60 procent van de ondervraagden vindt zelfs dat kantoortuinen moeten worden afgeschaft.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2023 Weblink bron “'Acht op tien bedrijfsartsen kunnen werknemer met long covid niet goed helpen'” (Maandag 10 mei 2021, 01:14), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2023 Weblink bron “'Werknemer lijdt in kantoortuin'” (Maandag 24 februari 2020, 06:00), NOS