bedrijfscomputer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·drijfs·com·pu·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedrijfscomputer | bedrijfscomputers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bedrijfscomputer m
- centrale computer van een bedrijf of organisatie
- ▸ TV4 is onderdeel van een bedrijf dat porno uitzendt op andere kanalen. De televisies van de tv-zender zijn aangesloten op de bedrijfscomputer.[1]
Gangbaarheid
- Het woord bedrijfscomputer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Blunder: porno tijdens Zweeds journaal” (Donderdag 10 januari 2013, 11:33), NOS