bedrijfsafval

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·drijfs·af·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bedrijfsafval
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bedrijfsafval m/o

  1. door een bedrijf geproduceerd afval; afvalstoffen die ontstaan bij een productieproces
     Huishoudens scheiden in Nederland evenveel plastic als bedrijven: 118.000 ton. Recyclebedrijven die dat bedrijfsafval verwerken, hebben nu al moeite om het gescheiden plastic op de vrije markt te verkopen. De vraag uit China, de belangrijkste afzetmarkt, daalt fors.[1]
     Van Gansewinkel heeft het moeilijk door de economische crisis. Bedrijven produceren minder, waardoor ook minder bedrijfsafval is. Bedrijven zijn de belangrijkste klanten van Van Gansewinkel. Zo'n 80 procent van de omzet komt daar vandaan. Ook zijn er te veel verbrandingsovens, waardoor het Eindhovense bedrijf scherp op de prijs moet concurreren om klanten binnen te halen en te behouden.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron “Recyclen nu minder aantrekkelijk: vrees voor bergen plastic” (Zondag 6 maart 2016, 17:00), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “600 banen weg bij Van Gansewinkel” (Vrijdag 28 september 2012, 15:26), NOS