bedlampjes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bed·lamp·jes

Zelfstandig naamwoord

de bedlampjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bedlamp
     Ze zeiden niets, schopten alleen hun schoenen uit, deden de bedlampjes aan en doofden de plafondverlichting.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044633535