bedinging

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·din·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bedinging bedingingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bedingingv

  1. een bij onderhandeling overeengekomen voorwaarde
    • Voor de personen, die voor hun huisdieren gebruik maken van dit kerkhof, zijn de kosten vrij hoog. Een afgemeten graf, zonder bedinging van den tijd en zonder uiterlijke versiering, kost 5 francs; daarbij komt dat de eigenaar het dier naar de bestemde plaats moet laten brengen. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen