beding
Uiterlijk
- be·ding
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beding | bedingen |
verkleinwoord |
- een bij onderhandeling overeengekomen voorwaarde
- onder geen beding
onder geen enkele voorwaard; nooit of te nimmer
- ∗ Terwijl de werkster de bezoeker te eten gaf, is hij naar de garage gelopen en heeft de juten zak waarin ik zat met een touw dichtgeknoopt, ten teken dat ik er onder geen beding uit mocht komen.[4]
- ∗ Tegelijkertijd was hij van het soort dat zich onder geen beding wilde verzoenen met een volk dat niet meer las en geen oude, versleten kunstboeken wilde kopen.[4]
vervoeging van |
---|
bedingen |
beding
- Het woord beding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beding" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ beding op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- 1 2 Safae el Khannoussi“Oroppa” (2024), Uitgeverij Pluim
, ISBN 9789493339125
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 94 %
- Prevalentie Vlaanderen 92 %