bedelnap

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

bedelmonnik met bedelnap
Uitspraak
Woordafbreking
  • be·del·nap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bedelnap bedelnappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bedelnapm

  1. bakje van een bedelaar waarin men geld kan doen
     ,,Volgens de boeddhistische traditie heeft een monnik in principe geen andere bezittingen dan twee sets kleding en een bedelnap.[2]
     Mijn echtgenoot heeft daar altijd maling aan en geeft gul aan iedereen die er ook maar even zielig uitziet. Soms kan dat heel verkeerd uitpakken. Zo gooide hij in Uruquay eens een volle hand muntjes in het bedelnapje van een langs de weg zittend oud vrouwtje.[3]

Gangbaarheid

64 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[4]


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “New York wordt overspoeld door agressieve nepmonniken” (10-01-2017), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron
    MARJOLEIN SCHIPPER
    “Gulle gever?” (20 feb. 2014), De Telegraaf
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be