bedelkind

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·del·kind
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bedelkind bedelkinderen
verkleinwoord bedelkindje bedelkindjes

Zelfstandig naamwoord

het bedelkindo [1]

  1. een kind dat bedelt
    • Zeker 300.000 kinderen worden in India dagelijks gedrogeerd, mishandeld en gedwongen om te bedelen. In enkele gevallen worden ze verminkt of gebrandmerkt zodat ze meer geld binnenbrengen. De bedelkinderen maken deel uit van een industrie waarin tienduizenden euro’s omgaan, opgezet door mensensmokkelaars. Dat blijkt uit een nieuw rapport. [2] 
  2. een kind uit een gezin dat bedelt
    • Voorts brengt het VTM-nieuwsmagazine een portret van het bedelkind Christina. Ze is vijf jaar en zit elke dag als een wassen Mariabeeldje in de Brusselse Nieuwstraat te bedelen. Wat verderop zit haar moeder, Maduca. En op datzelfde ogenblik zijn ook de vader en het zevenjarige broertje Adonis elders in de Brusselse binnenstad aan het bedelen. [3] 

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen