bedaardheid
Uiterlijk
- Geluid: bedaardheid (hulp, bestand)
- be·daard·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedaardheid | |
verkleinwoord |
de bedaardheid v
- de rust en de kalmte van iets of iemand
- ▸ Autocoureur Tom Coronel bewondert de bedaardheid bij Max Verstappen, die zijn weekend (alweer) vergald zag worden door een mislukte race in de Formule 1. Verstappen werd al in de eerste bocht gesandwicht door de twee Ferrari's.[2]
- Het woord bedaardheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “'Kramer zou niet bij Feyenoord mogen spelen'” (Dinsdag 19 september 2017, 06:21), NOS