bedömer

Uit WikiWoordenboek

Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·dö·mer
Woordherkomst en -opbouw
  • Zweedse werkwoordsvorm met het voorvoegsel be-
Naar frequentie 17737

Werkwoord

bedömer

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bedöma
    «Polisen bedömer att mamman kan ha fött ensam i hemmet och att barnet därför inte finns registrerat någonstans.»
    De politie gelooft dat de moeder misschien alleen thuis is bevallen en dat het kind daarom nergens is geregistreerd.