becommentarieer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·com·men·ta·ri·eer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
becommentariëren |
becommentarieer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van becommentariëren
- Ik becommentarieer.
- gebiedende wijs van becommentariëren
- Becommentarieer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van becommentariëren
- Becommentarieer je?