bebording

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·bor·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bebording bebordingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bebordingv

  1. een plaats voorzien met (verkeers)borden
     De snelheidsbeperking geldt voor beide rijrichtingen op de Van Rechteren Limpurgsingel, vanaf de bebording tot het kruisingsvlak.[2]
     De meerderheid van de ondernemers heeft aangegeven best mensen met hoge nood te willen toelaten, zonder dat ze een consumptie aanschaffen. Daar bebording of een sticker voor ophangen, willen ze echter niet.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

59 % van de Nederlanders;
41 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    Jeroen de Kleine
    “Speciale borden op Van Rechteren Limpurgsingel Almelo moeten snelheid op kruispunt omlaag brengen” (09-10-2019), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron
    Jeroen de Kleine
    “Hardnekkige weigering bouw openbaar toilet ergert raad Almelo mateloos” (07-11-2019), Tubantia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be