bebonden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·bon·den
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van bebinden: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) en een klinkerverandering i-o(/I/ - /o/)
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bebinden |
bebonden
- meervoud verleden tijd van bebinden
- Wij bebonden.
- Jullie bebonden.
- Zij bebonden.
- Wij bebonden.
- voltooid deelwoord van bebinden
Gangbaarheid
- Het woord 'bebonden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.