bebonden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·bon·den
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van bebinden: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) en een klinkerverandering i-o(/I/ - /o/)

Werkwoord

vervoeging van
bebinden

bebonden

  1. meervoud verleden tijd van bebinden
    • Wij bebonden. 
    • Jullie bebonden. 
    • Zij bebonden. 
  2. voltooid deelwoord van bebinden

Gangbaarheid