beatboxen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van beatboxen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		beatboxen			te beatboxen
	toekomend		zullen beatboxen			te zullen beatboxen
voltooid	tegenwoordig		hebben gebeatboxt			te hebben gebeatboxt
	toekomend		gebeatboxt zullen hebben			gebeatboxt te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	beatboxend		gebeatboxt			ev. beatbox	mv. verouderd beatboxt	beatboxe
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	beatbox	beatboxt	beatboxt	beatboxt	beatboxt	beatboxen	beatboxen	beatboxen
verleden (o.v.t.)	beatboxte	beatboxte	beatboxte	beatboxte	beatboxte	beatboxten	beatboxten	beatboxten
toekomend (o.t.t.t.)	zal beatboxen	zult/zal beatboxen	zult/zal beatboxen	zult beatboxen	zal beatboxen	zullen beatboxen	zullen beatboxen	zullen beatboxen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou beatboxen	zou beatboxen	zou(dt) beatboxen	zoudt beatboxen	zou beatboxen	zouden beatboxen	zouden beatboxen	zouden beatboxen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gebeatboxt	hebt gebeatboxt	hebt/heeft gebeatboxt	hebt gebeatboxt	heeft gebeatboxt	hebben gebeatboxt	hebben gebeatboxt	hebben gebeatboxt
verleden (v.v.t.)	had gebeatboxt	had gebeatboxt	had gebeatboxt	hadt gebeatboxt	had gebeatboxt	hadden gebeatboxt	hadden gebeatboxt	hadden gebeatboxt
toekomend (v.t.t.t.)	zal gebeatboxt hebben	zal/zult gebeatboxt hebben	zult/zal gebeatboxt hebben	zult gebeatboxt hebben	zal gebeatboxt hebben	zullen gebeatboxt hebben	zullen gebeatboxt hebben	zullen gebeatboxt hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gebeatboxt hebben	zou gebeatboxt hebben	zou/zoudt gebeatboxt hebben	zoudt gebeatboxt hebben	zou gebeatboxt hebben	zouden gebeatboxt hebben	zouden gebeatboxt hebben	zouden gebeatboxt hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gebeatboxt worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt gebeatboxt				er is gebeatboxt
verleden	er werd gebeatboxt				er was gebeatboxt
toekomend	er zal gebeatboxt worden				er zal gebeatboxt zijn
voorwaardelijk	er zou gebeatboxt worden				er zou gebeatboxt zijn