beantwoordt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beantwoordt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·ant·woordt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beantwoorden |
beantwoordt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beantwoorden
- Jij beantwoordt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beantwoorden
- Hij beantwoordt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beantwoorden
- Beantwoordt!