beambte

Uit WikiWoordenboek
spoorwegbeambte uit Sri Lanka

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·amb·te
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘functionaris’ voor het eerst aangetroffen in 1729 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord beambte beambten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de beambtev / m [3]

  1. (beroep) functionaris die een lager ambt uitoefent
    • De postbeambte bezorgde de post en zat achter de balie van het postkantoor. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen