beëdigd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·edigd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van beëdigen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | beëdigd | beëdigder | beëdigdst |
verbogen | beëdigde | beëdigdere | beëdigdste |
partitief | beëdigds | beëdigders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
beëdigd
Antoniemen
Werkwoord
vervoeging van: | beëdigen… |
verbogen vorm: | beëdigde |
beëdigd
- voltooid deelwoord van beëdigen
Gangbaarheid
- Het woord beëdigd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beëdigd" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be