bdít

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /bɟiːt/

Woordafbreking

• bdít

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Protoslavische *bъděti

Werkwoord

bdít imperfectief   

1. wakker zijn
2. oppassen, waken

Vervoeging

		enkelvoud	meervoud
eerste persoon		bdím	bdíme
tweede persoon	informeel	bdíš	bdíte
	formeel	bdíte
derde persoon		bdí	bdí

Schrijfwijzen

• Oude schrijfwijze: bdíti imperfectief

Synoniemen

1. být vzhůru, nespat
2. dohlížet, dozírat, hlídat, opatrovat, pečovat, sledovat imperfectief, střežit

Antoniemen

1. spát imperfectief
2. zaspat

Afgeleide begrippen

• bdělý
• bdění o
• bdící
• probdít

Verwante begrippen

• bděle (bw.)
• bdělost v
• bedlivý
• budit
• dbát

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)