bastaardzoon

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bas·taard·zoon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bastaardzoon bastaardzonen
bastaardzoons
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bastaardzoonm

  1. (familie) een onwettige, mannelijke nakomeling; buitenechtelijk mannelijk kind
     Introductie van Liza Meinen, de vrouw van vorst Andrej Bolkonski, en van Pierre, de bastaardzoon van graaf Bezoechov.[2]
     Ook premier Asquith vond die suggesties maar niets. Tudor deed hem te veel denken aan de gemankeerde Hendrik VIII en Bloody Mary. Stuart riep pijnlijke herinneringen op aan de onthoofde Karel I. Fitztroy viel af omdat een bastaardzoon van Hendrik VIII die naam gebruikte.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Bronlink geraadpleegd op 16 januari 2022 Weblink bron “100 jaar House of Windsor: 'Je hebt net een dynastie gedoopt'” (17-07-2017), NOS