basisconditie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·sis·con·di·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord basisconditie basiscondities
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de basisconditiev

  1. de algemene lichamelijke toestand van een sporter
     Wat kunnen we verwachten op de NK? Verweij is namelijk nog niet in topvorm. "Ik mis veel basisconditie. Ik weet dat mijn 1.500 meter er goed is ingeslepen. Ik heb een testwedstrijd gereden en die was nog wel aardig. De langere afstanden gingen in de trainingswedstrijden nog niet heel erg goed, maar mijn 1.500 meter is mijn afstand en daarop wil ik weer hoge ogen gooien."[1]
     "Hij kan nog geen hele wedstrijd aan, maar zijn basisconditie is prima. Hij ziet er ook afgetraind uit. Ali is een jongen met snelheid, kracht, techniek en een goed schot. Bovendien werkt hij altijd hard voor de ploeg. Met hem erbij beschikken we nu over vijf goede aanvallers, dus wat dat betreft hebben we nu wat meer mogelijkheden."[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 9 november 2022 Weblink bron
    NOS Schaatsen
    “Uitgefeeste Koen Verweij is weer gretig” (Dinsdag 28 oktober 2014, 20:20), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 9 november 2022 Weblink bron
    NOS Voetbal
    “NAC Breda legt Boussaboun vast” (Donderdag 26 augustus 2010, 09:41), NOS