barokmuziek

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  barokmuziek    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ba·rok·mu·ziek

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  barok zn  en  muziek zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	barokmuziek
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de barokmuziek v

1. (muziek) westerse, klassieke, gecomponeerde muziek uit de periode 1600 - 1750

   ▸ Marriner begon zijn carrière als violist. Later kwam daar nog het dirigeren bij en vaak combineerde hij de twee op het podium. Hij dirigeerde vooral barokmuziek, maar verbreedde zich in de loop der jaren.

   ▸ Cecilia Bartoli, vooral bekend om haar uitvoeringen van barokmuziek, zocht in het verleden en stuitte op componist Agostino Steffani (1654-1728), een muzikale ontdekkking en een tijdgenoot van Vivaldi. Steffani leidde een spannend en spectaculair leven. Hij was gezant van de paus, betrokken bij vele diplomatieke en duistere zaken en ondertussen componist van muziek die het werk van Vivaldi naar de kroon steekt.

Gangbaarheid

• Het woord barokmuziek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.