barograaf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ba·ro·graaf
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zelfregistrerende barometer’ voor het eerst aangetroffen in 1886 [1]
- met het voorvoegsel baro- met het achtervoegsel -graaf [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | barograaf | barografen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de barograaf m
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord barograaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "barograaf" herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "barograaf" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel baro- in het Nederlands
- Achtervoegsel -graaf in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Natuurkunde in het Nederlands
- Meteorologie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 44 %
- Prevalentie Vlaanderen 45 %