barbarij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bar·ba·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord barbarij barbarijen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de barbarijv

  1. barbaarsheid
     Een lichtpuntje was dat Finland er veel beter vanaf was gekomen dan de buurlanden Estland, Letland en Litouwen, die waren opgeslokt door de barbarij en veranderd in Sovjetrepublieken.[2]

Gangbaarheid

66 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. barbarij op website: Etymologiebank.nl
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be