banktaks

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bank·taks
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord banktaks banktaksen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de banktaksv / m

  1. belasting die banken moeten betalen en die gebruikt wordt als de overheid moet bijspringen in slechte economische tijden
     Duitsland, Frankrijk en België pleitten tevergeefs voor een banktaks. Sommige landen vinden die taks niet haalbaar.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 29 april 2023 Weblink bron “Eurotop Polen levert weinig op” (Zaterdag 17 september 2011, 16:15), NOS