bankoverval
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bankoverval (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bank·over·val
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bank en overval
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bankoverval | bankovervallen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bankoverval m
- (financieel), (misdaad) beroving van een financiële instelling
- Bij de bankoverval werd € 100.000 buitgemaakt.
- ▸ Die analyse had tot de praktische conclusie geleid dat echte solidariteit bestond uit bankovervallen en wapendiefstallen om de PFLP behulpzaam te zijn.[1]
Synoniemen
- bankroof, roofoverval op een bank
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord bankoverval staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bankoverval" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Financieel in het Nederlands
- Misdaad in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %