bankoverval

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1:10 bankoverval
Uitspraak
Woordafbreking
  • bank·over·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bankoverval bankovervallen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bankovervalm

  1. (financieel), (misdaad) beroving van een financiële instelling
    • Bij de bankoverval werd € 100.000 buitgemaakt. 
     Die analyse had tot de praktische conclusie geleid dat echte solidariteit bestond uit bankovervallen en wapendiefstallen om de PFLP behulpzaam te zijn.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be