banenbonus
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: banenbonus (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ba·nen·bo·nus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | banenbonus | banenbonussen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de banenbonus m
- subsidie die werkgevers ontvangen voor het aannemen van mensen met een laag inkomen
- ▸ Asscher spreekt van een banenbonus. "Voor werkgevers is de bonus dat ze werknemers goedkoper in dienst kunnen nemen; voor werkzoekenden is de bonus dat ze een fatsoenlijke betaalde baan krijgen." Asscher meent daarom dat op deze manier van het belastingplan een banenplan gemaakt kan worden.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord banenbonus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Asscher omarmt loonkostensubsidie” (Zondag 26 april 2015, 15:05), NOS