bamboeratten

Nederlands

kleine bamboerat (Cannomys badius)

Uitspraak

• Geluid:  bamboeratten    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• bam·boe·rat·ten

Woordherkomst en -opbouw

•  bamboerat zn  met de uitgang -en

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		bamboeratten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bamboeratten mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bamboerat
2. meervoudsvorm als officiële benaming (knaagdieren) Rhizomyinae  een onderfamilie van ondergronds levende knaagdieren uit de familie Spalacidae. Soms worden ze samen met de molratten of Afrikaanse wortelratten (Tachyoryctinae) in een gezamenlijke onderfamilie geplaatst, de wortelratten, die soms als een aparte familie wordt gezien, de Rhizomyidae

Hyponiemen

• kleine bamboerat

Verwante begrippen

• Chinese bamboerat, Sumatraanse bamboerat

Verwante begrippen

• Chinese bamboeratten, kleine bamboeratten, Sumatraanse bamboeratten

Gangbaarheid

• Het woord 'bamboeratten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.