balsturig
Uiterlijk
- bal·stu·rig
- In de betekenis van ‘koppig’ voor het eerst aangetroffen in 1477 [1]
- Samenstelling van bal (kwaad, slecht) en sturig. De betekenis van het woord is dus "moeilijk te sturen".[2]
- Samenstellende afleiding van bal (slecht) en de stam van sturen met het achtervoegsel -ig [3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | balsturig | balsturiger | balsturigst |
verbogen | balsturige | balsturigere | balsturigste |
partitief | balsturigs | balsturigers | - |
balsturig
- moeilijk te sturen, niet luisterend, tegendraads
- ongehoorzaam, balorig, dwars, tegendraads, weerbarstig, weerspannig, recalcitrant, stuurs, rebels, eigenzinnig, eigengereid
1.
- Het woord balsturig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "balsturig" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
32 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "balsturig" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ https://web.archive.org/web/20090309084528/http://www.onzetaal.nl/advies/balorig.php
- ↑ balsturig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ig in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 43 %
- Prevalentie Vlaanderen 32 %