balsamiek

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bal·sa·miek
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans
stellend
onverbogen balsamiek
verbogen
partitief balsamieks

Bijvoeglijk naamwoord

balsamiek

  1. met een prettige geur
     Gek genoeg geen amber, maar een combinatie van ingrediënten die de geur van amber suggereren: vanille, tonkaboon, labdanumolie en Indonesische patchouli. Daarnaast: een beetje bloemen (geranium, vetiver, oranjebloesem, mirre) en wat suède, dankzij balsamiek saffraan- en sandelhoutolie.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

56 % van de Nederlanders;
49 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Najaarsgeuren: 2” (september 2006), de Volkskrant
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be