balkanvliegenvanger
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- bal·kan·vlie·gen·van·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Balkan en en vliegenvanger zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | balkanvliegenvanger | balkanvliegenvangers |
verkleinwoord | balkanvliegenvangertje | balkanvliegenvangertjes |
Zelfstandig naamwoord
de balkanvliegenvanger m
- (zangvogels) Ficedula semitorquata een zangvogel uit de familie van vliegenvangers (Muscicapidae). Het is een vliegenvanger die sterk lijkt op de withalsvliegenvanger die broedt in Zuidoost-Europa, Klein-Azië en het Kaukasusgebied tot in noordwestelijk Iran en 's winters naar Afrika trekt
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'balkanvliegenvanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.