baksteen
Uiterlijk

- bak·steen
- samenstelling van bak ww en steen
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | baksteen | bakstenen |
| verkleinwoord | baksteentje | baksteentjes |
de baksteen m
- (bouwkunde) uit klei of leem gebakken steen
- Voor de bouw van het huis zijn bakstenen gebruikt.
- ▸ De buitenproportioneel grote klokkentoren van rode baksteen met een witte marmeren omgang en een groen puntdak bracht met zijn asymmetrische plaatsing een belachelijk contrapunt aan in de rationele, paradeerbare ruimte, dat juist vanwege het feit dat het concessieloos gewaagd en overdreven was effectief en elegant uitpakte.[1]
- ▸ Een zwart-wit beeld uit de jaren vijftig van de vorige eeuw: regen op het Lodewijk Napoleonplein in Assen, een man met een paraplu laat zijn honden uit, huizen van baksteen onder steile driehoekige daken. Er is maar een verbinding met het beeld van de schamele behuizingen in Tutwiler, Mississippi: de blues.[2]
- Met een baksteen in de maag geboren worden
Een huis voor zichzelf willen hebben
1. uit klei of leem gebakken steen
|
- Het woord baksteen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "baksteen" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers
, ISBN 978-90-295-2622-7, p. 26 - ↑
Weblink bron “Window of my eyes: Harry Muskee en de verloren tijd” (zaterdag 16 januari 2016, 13:44), NOS - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %