baksteen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bak·steen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bak ww en steen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | baksteen | bakstenen |
verkleinwoord | baksteentje | baksteentjes |
Zelfstandig naamwoord
baksteen m
- (bouwkunde) een uit klei of leem gebakken steen
- Voor de bouw van het huis zijn bakstenen gebruikt.
- ▸ De buitenproportioneel grote klokkentoren van rode baksteen met een witte marmeren omgang en een groen puntdak bracht met zijn asymmetrische plaatsing een belachelijk contrapunt aan in de rationele, paradeerbare ruimte, dat juist vanwege het feit dat het concessieloos gewaagd en overdreven was effectief en elegant uitpakte.[1]
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- Met een baksteen in de maag geboren worden
Een huis voor zichzelf willen hebben
Vertalingen
1. een uit klei of leem gebakken steen
Gangbaarheid
- Het woord baksteen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "baksteen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 26
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be