bakkerskar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bak·kers·kar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bakkerskar bakkerskarren
verkleinwoord bakkerskarretje bakkerskarretjes

Zelfstandig naamwoord

de bakkerskarv / m

  1. wagen met twee wielen waarmee de bakker zijn brood naar zijn klanten bracht
     Zo kan een particulier vanaf 12.00 uur keramiek uit het Keramiekmuseum Princessehof kopen, spotprenten uit het Belasting & Douanemuseum of Japanse prenten van het Sieboldhuis. De Japanse prenten kosten bijvoorbeeld 115 euro, de bakkerskar op bovenstaande foto 375 euro.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2023 Weblink bron “Ouwe meuk/verborgen schatten uit museumkelder nu te koop voor iedereen” (Dinsdag 9 april 2019, 11:01), NOS