bakerspeld

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

gigantische bakerspeld
Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·ker·speld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bakerspeld bakerspelden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bakerspeldv / m

  1. een speld die in gebruik was voor katoenen luiers en niet per ongeluk open kon gaan en de baby verwonden
    • Je moet de pin van de bakerspeld eerst door je haar wrijven, want dan gaat de speld makkelijker door de stugge katoenen stof heen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

57 % van de Nederlanders;
41 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen