baggeren
Uiterlijk
- bag·ge·ren
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| baggeren |
baggerde |
gebaggerd |
| zwak -d | volledig | |
baggeren
- overgankelijk het uitdiepen van een vaargeul door het verwijderen van overtollig sediment van de bodem
- inergatief (informeel) door de bagger lopen
|
|
- Het woord baggeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "baggeren" herkend door:
| 98 % | van de Nederlanders; |
| 97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ baggeren op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Informeel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %