bagagedepot

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·ga·ge·de·pot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bagagedepot bagagedepots
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bagagedepot m/o [1]

  1. plaats waar men zijn bagage tijdelijk in bewaring kan geven
     In het bagagedepot op het station in Cambridge bleek ook nog een koffer van hem te liggen met daarin een radiozender.[2]
     De beambte van het bagagedepot waar hij de tas in bewaring gaf, was nors.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2023 Weblink bron “Nederlandse nazi-spion krijgt grafsteen in Cambridge” (Woensdag 12 juli 2017, 17:59), NOS
  3. Vaderland” op Wikipedia (2012), Cargo, ISBN 9789023472483