badpak
Uiterlijk

- bad·pak
- samenstelling van bad en pak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | badpak | badpakken |
verkleinwoord | badpakje | badpakjes |
het badpak o
- (kleding) kledij bedoeld voor het baden en zwemmen
- Wij liepen in badpak.
- ▸ Mijn moeder en vader stonden in badkleding bij de steiger en glimlachten naar de camera, zij in een tweedelig badpak, dus geen bikini, hij in zo'n strakke zwembroek.[1]
- ▸ 'Het wordt vanzelf warmer,' zei Harold In de keuken zette Teresa de metalen borden met veel kabaal in het afdruiprek, een geluid als wapengekletter.'O, nou, dan zal ik mijn badpak vast tevoorschijn halen,' zei Sarah.[2]
1. kledij bedoeld voor het baden en zwemmen
- Het woord badpak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "badpak" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus
, ISBN 9789044632767
- ↑ Jessie Burton (vert. Marja Borg)“De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff
, ISBN 9789024574704
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kleding in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %