badmuts
Uiterlijk

- bad·muts
- samenstelling van bad en muts [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | badmuts | badmutsen |
verkleinwoord | badmutsje | badmutsjes |
- (zwemmen), (hoofddeksel) waterdichte muts die vooral vrouwen dragen tijdens het zwemmen met als doel de haren droog te houden en bij wedstrijdzwemmer om de weerstand in het water te verminderen
- De waterpoloërs van de beide teams waren te herkennen aan hun badmuts van verschillende kleur.
- ▸ En hoe is het weer hier in de winter eigenlijk?' Het mannetje was onooglijk en had zo weinig haar op zijn hoofd dat het leek of hij een badmuts droeg waar per ongeluk enkele sprietjes gras op waren blijven kleven.[2]
- (persoon) dom persoon
- (persoon) persoon met een kaal hoofd
- [3] biljartbal, kaalkop, kale, kale knikker
- Het woord badmuts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "badmuts" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ badmuts op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Marion Pauw e.a.“4 wandelaars en een Siciliaan” (2022), The House of Books, ISBN 9789044363340
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zwemmen in het Nederlands
- Hoofddeksel in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Persoon in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %